Verklaring omtrent gedrag

Alle medewerksters van Kindercentrum 't Kasteeltje moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. De VOG toont aan dat een medewerkster geen strafbare feiten heeft gepleegd waardoor zij niet met kinderen mag werken. Voor de kinderopvang geldt een continue screening.

Inzet gediplomeerde beroepskrachten

Alle medewerkers van Kindercentrum ’t Kasteeltje beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Een medewerker die met kinderen werkt, heeft minstens een middelbare beroepsopleiding op sociaal- of pedagogisch gebied afgerond. De meest voorkomende opleiding in de kinderopvang is SPW 3. Er is echter een groot aantal opleidingen dat ook kwalificeert voor de functie van groepsleidster. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemt onder meer: onderwijsassistent, kleuterleidster, verpleegkundige en kinderverzorgster. Verder geldt dat alle sociaal-pedagogische,sociaal-culturele, pedagogische, sport / lichamelijke opvoedings- en culturele / kunstzinnige vormingsopleidingen op ten minste MBO-kwalificatieniveau 3 volstaan. De gediplomeerde beroepskrachten worden formatief ingezet. Bovenstaande houdt in dat iedere beroepskracht beschikt over:

  • Pedagogische kennis.
  • Kennis van en inzicht in groepsdynamische processen.
  • Kennis van de geldende hygiëne- en veiligheidseisen.
  • Kennis van de ontwikkelingsfases van een kind.
  • Sociale vaardigheden voor het motiveren, stimuleren en instrueren van kinderen.
  • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van verslagen en contacten met ouders/ verzorgers.

Taken Beroepskrachten:
De pedagogisch medewerker is in eerste instantie verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van het individuele kind en de groep kinderen die aan haar is toevertrouwd. Bij het uitvoeren van die taken werkt zij steeds samen met andere beroepskrachten, een teamleidster en mogelijk ook met pedagogisch medewerkers in opleiding, BBL-ers, BOL-ers en stagiaires. Mogelijk behoort het begeleiden van iemand die in opleiding is ook tot de taken van de beroepskracht.
Iedere beroepskracht blijft zich ook steeds verder ontwikkelen. Door het opdoen van ervaringen in de dagelijkse praktijk, het leren van elkaar en volgen van verplichte en vrijwillige bijscholingen houden we een frisse blik op het werken in de kinderopvang. Bij de taken van de beroepskracht hoort onder andere;

  • Begeleidt kinderen, zowel in groepsverband als in individueel opzicht.
  • Schept een situatie binnen de groep waarin kinderen zich veilig voelen en stimuleert kinderen, door middel van uitvoering van het pedagogisch beleidsplan, zich verder te ontwikkelen.
  • Begeleidt kinderen bij de dagelijkse voorkomende bezigheden.
  • Organiseert activiteiten gericht op ontwikkeling.
  • Draagt zorg voor de dagelijkse verzorging van kinderen.
  • Houdt de ontwikkeling van kinderen bij en bespreekt dit met het team en communiceert dit met de ouders
  • Informeert bij kennismaking de ouders/ verzorgers over de gang van zaken binnen de groep.
  • Draagt zorg voor een goed contact met ouders en informeert naar specifieke aandachtspunten (dagritme, voeding e.d.) en bijzonderheden van de op te vangen kinderen
  • Stemt met collega’s af over de dagindeling en de verdeling van de werkzaamheden en draagt mede zorg voor een goede samenwerking en voor een goede overdracht.
  • Heeft regelmatig teamoverleg waarbij zij zelf kan zorgen voor een zinvolle bijdrage aan dit overleg.
  • Volgt verplichte bijscholingen die aangeboden worden in het opleidingsplan van Kindercentrum 't Kasteeltje
  • Volgt vrijwillige bijscholingen die aangeboden worden door Kindercentrum 't Kasteeltje
  • Volgt ontwikkelingen in de kinderopvang (Bijvoorbeeld: leest tijdschrift / websites, gebruikt informatie en ideeën van collega’s)
  • Verricht licht huishoudelijke werkzaamheden in de groep en draagt mede zorg voor het beheer, de aanschaf en de hygiëne en goede staat van de locatie. Onder licht huishoudelijke werkzaamheden worden die huishoudelijke werkzaamheden verstaan die voortvloeien uit of samenhangen met het werken met kinderen
  • Begeleidt, instrueert en beoordeelt indien op de groep aanwezig, pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, BBL-ers, BOL-ers en stagiaires en communiceert hierover waar nodig met alle betrokkenen.
  • Is op de hoogte van, en handelt naar, protocollen, werkwijzes en beroepscode zoals deze bij 't Kasteeltje afgesproken zijn

Gebruik van de voorgeschreven voertaal.

Op alle locaties van Kindercentrum ’t Kasteeltje is de Nederlandse taal de voertaal.

EHBO regeling

Op onze locaties doen we er alles aan om te voorkomen dat een kind letsel oploopt als gevolg van een ongeluk(je). Toch is dit helaas niet geheel te voorkomen. Daarnaast kunnen zich andere calamiteiten voordoen, waardoor EHBO noodzakelijk is. Daarom hebben we altijd een BHV-er op de locatie gedurende de openingstijden van de opvang. Daarnaast hebben alle pedagogisch medewerkers een geregistreerd certificaat voor kinder-EHBO. Via het opleidingsplan worden deze certificaten steeds up-to-date gehouden.

Praktijkopleiding BOL-studenten

’t Kasteeltje leidt ook studenten op in de z.g. BOL-opleiding, deze studenten worden uitsluitend boven-formatief ingezet.
Leerlingen van de BOL-opleiding (SPW 3 of 4) gaan naar school en moeten daarnaast een aantal blokken stage lopen. BOL-studenten worden altijd via de opleiding geplaatst. Deze studenten komen vaak net van het middelbaar onderwijs af en gaan een beroepsopleiding doen. Zij hebben dan vaak in het eerste leerjaar de leeftijd van 16 - 17 jaar. Ons beleid is dat we studenten plaatsen daar waar collega's het als een uitdaging zien om studenten op te leiden tot een volwaardige beroepskracht. De BOL-student krijgt zowel vanuit de opleiding als vanuit de stageplek begeleiding in het leerproces. Ze lopen 2 dagen stage en de andere dagen gaan ze full-time naar school. Medewerkers in opleiding die een BOL-traject volgen, staan boventallig op de groep, dus naast gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Incidenteel (uitsluitend in geval van ziekte van vaste medewerkers of vakantie van de student/ stagiaire) of tijdens het afleggen van de proeve van bekwaamheid als onderdeel van de opleiding kan de stagiair als volwaardig pedagogisch medewerker worden ingezet. Inzet tijdens ziekte van de vaste medewerker of tijdens vakantie van de student/ stagiaire kan alleen op de eigen stage locatie. Tijdens deze inzet staan pedagogisch medewerkers in opleiding nooit alleen op de groep. De BOL-er kan niet in het eerste leerjaar worden ingezet (hier worden geen uitzonderingen op gemaakt). Stagiaires die de opleiding SPW2 volgen kunnen staan altijd boventallig op de groep en worden in al hun werkzaamheden altijd begeleid door een pedagogisch medewerker.
De student werkt altijd onder leiding van een gediplomeerd werkbegeleider en zijn ook in het bezit van een Verklaring Omtrend Gedrag.

Taken BOL-studenten
Voor een BOL student is de eerste stage periode vooral een oriëntatie, met daarin opdrachten die gericht zijn op algemene dingen rondom de kinderopvang. Het tweede jaar gaat al meer richting het aanbieden van activiteiten aan kinderen of aan het individuele kind, stukje visie wordt al wel opgebouwd, een stukje verdieping in het vak. In het derde jaar groeien ze naar volwaardige beroepsbeoefenaren en moeten ze inzicht gaan krijgen in groepsprocessen en ook werken als volwaardige collega, maar dit ook kunnen uitdragen naar collega’s ouders en andere studenten. Maar dus ook kijken naar kinderen en daarop anticiperen en bespreekbaar maken. De stagebegeleiding op de groep stelt de mate waarin iemand zelfstandig ondersteunende taken mag uitvoeren op basis van haar eigen bevindingen en informatie van de begeleider vanuit de opleiding. De stagiaire kan bijvoorbeeld worden ingezet voor het begeleiden van knutsel- of spelactiviteiten; in eerste instantie onder begeleiding van een vaste pedagogisch medewerker en later, als zij voldoende ervaring heeft opgedaan, zelfstandig. Ook kan zij worden ingezet om toezicht te houden op het buitenspelen. In eerste instantie samen met een vaste pedagogisch, in tweede instantie, als de begeleider en de school dit verantwoord achten, ook alleen met een kleine groep kinderen (onder toezicht van een pedagogisch medewerker die binnen aan het werk is). Inzet bij verzorgende taken, zoals het verschonen van luiers, naar bed brengen en uit bed halen, het voorbereiden en geven van (fles) voeding, gebeurt in eerste instantie onder toezicht van een vaste pedagogisch medewerker. Op het moment dat de begeleidende pedagogisch medewerker en de opleiding ervan overtuigd zijn dat de vaardigheden die hierbij noodzakelijk zijn voldoende beheerst worden, mag een stagiaire (niveau 3 of 4) deze taken zelfstandig uitvoeren. Uiteraard blijft er altijd een pedagogisch medewerker in de buurt.
Bij stagiaires is het van belang dat hun beroepshouding en vaardigheden en activiteiten er ook zijn zodra het niet gekoppeld is aan opdrachten. De taken zijn bij BOL-studenten en BBL-ers min of meer gelijk, alleen de mate en wijze van begeleiding naar deze taken verschilt. Afhankelijk van de fase waarin de student zich bevind horen hierbij:

  • Als stagiaire houd je je bezig met (het ondersteunen van) de begeleiding en verzorging van kinderen in de leeftijd van 0 - 12 jaar, zowel individueel als in groepsverband
  • Groeien naar zelfstandig voor de groep staan, ondersteund door andere pedagogisch medewerkers.
  • Het ondersteunen van / het creëren van een warme en veilige omgeving en verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid van de omgeving
  • Kinderen stimuleren positief bij te dragen aan de groepssfeer
  • Ingrijpen en bemiddelen bij conflicten
  • Kunnen improviseren bij onverwachte situaties en aanpak bedenken
  • Actief inspelen op wat het kind aangeeft en daarbij rekening houden met zijn behoeften en mogelijkheden
  • Spelactiviteiten in verschillende situaties toepassen
  • Meerdere activiteiten tegelijk verrichten en overzicht houden
  • Observeren van individuele kinderen, gebruik maken van een observatielijst
  • Aandacht verdelen over kinderen individueel en groepjes kinderen
  • Ontwikkeling volgen en eventuele afwijkingen signaleren
  • Signaleren van taal- en ontwikkelingsachterstand en dit aankaarten
  • Op eigen denken en handelen reflecteren
  • Spelenderwijs stimuleren van de cognitieve, sociaal-emotionele, motorische ontwikkeling
  • Hygiëne in acht nemen, verschonen, ondersteunen bij zindelijkheid
  • Literatuur lezen, informatie en ideeën van collega’s gebruiken
  • Informatie uitwisselen tussen de pedagogisch medewerkers
  • Contact onderhouden met ouders en een vertrouwensband met hen opbouwen
  • Gesprekken voeren met ouders
  • Bijhouden van persoonlijke schriftjes van kinderen
  • Overdracht geven aan de ouders en/of verzorgers
  • Huishoudelijke activiteiten verrichten en materialen beheren
  • Werken volgens de opgesteld beleid, protocollen, werkinstructies en formulieren met betrekking tot veiligheid, hygiëne en pedagogische kwaliteit

Praktijkopleiding BBL-studenten

’t Kasteeltje leidt ook studenten op in de z.g. BBL-opleiding, deze studenten worden ingezet als collega. BBL-studenten solliciteren altijd vanuit eigen beweging naar een leer-/werkplek. Ze worden aangenomen nadat ze een sollicitatieprocedure hebben doorlopen. Dit houdt in dat ze een sollicitatiegesprek hebben met de praktijkopleider en een of twee collega's die ervaring hebben in het opleiden van BBL-studenten en die werkzaam zijn op de locatie waar we de BBL-student willen plaatsen. Als het gesprek positief wordt bevonden, wordt de student uitgenodigd om een dag mee te lopen op een van de locaties. Als dat ook positief is volgt een tweede gesprek met daarin een leer-/arbeidsovereenkomst.
BBL-studenten worden daarna ingezet als collega. Dat is dus anders als de BOL-student. Ze zijn minimaal 21 jaar en hebben ervaring in het werken met kinderen. In de het eerste deel van de proeftijdperiode (4 weken) wordt de BBL-student boventallig ingezet. In de maand daarna staan ze niet meer boventallig op de groep, maar kijken we goed naar de inzetbaarheid van de student. De inzetbaarheid wordt vastgelegd tussen 't Kasteeltje en de student. BBL-studenten werken altijd onder leiding van een gediplomeerd werkbegeleider. Een BBL-opleiding duurt drie jaar. Leerlingen van de BBL-opleiding hebben bij ons een werk-leerovereenkomst, zij zijn pedagogisch medewerker in opleiding en gaan daarnaast één keer in de week naar school. Zij hebben een arbeidsovereenkomst voor de duur van de opleiding. In het eerste leerjaar van de opleiding kan er sprake zijn van een oplopende formatieve inzet tot 100%, waarbij 100% na het eerste half jaar kan worden bereikt en geen formatieve inzet tijdens de proeftijd plaatsvindt. De werkgever stelt de mate waarin iemand zelfstandig als pedagogisch medewerker op de groep kan werken vast op basis van informatie van de begeleider vanuit de opleiding en BBL-begeleidster. Het tweede jaar is elke BBL-er 100% inzetbaar. Dit staat beschreven in het CAO Branche Kinderopvang Nederland (BKN).

Taken BBL-studenten
BBL’ers worden ingezet als collega. Dit is dus degelijk anders als een BOL stagiaire. Vooral in het zelfsturing geven aan het leerproces, zelf leermomenten creëren en uitvoeren en een zeer gemotiveerde werk/leerhouding. In de opleiding komen alle facetten van kinderopvang aanbod. Belangrijk is dat op de werkvloer de kennis over bepaalde zaken getoetst gaat worden. Bij stagiaires is het van belang dat hun beroepshouding en vaardigheden en activiteiten er ook zijn zodra het niet gekoppeld is aan opdrachten.De taken zijn bij BOL-studenten en BBL-ers min of meer gelijk, alleen de mate en wijze van begeleiding naar deze taken verschilt. Afhankelijk van de fase waarin de student zich bevind horen hierbij:

  • Als stagiaire houd je je bezig met (het ondersteunen van) de begeleiding en verzorging van kinderen in de leeftijd van 0 - 12 jaar, zowel individueel als in groepsverband
  • Groeien naar zelfstandig voor de groep staan, ondersteund door andere pedagogisch medewerkers en/of stagiaires
  • Het ondersteunen van / het creëren van een warme en veilige omgeving en verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid van de omgeving
  • Kinderen stimuleren positief bij te dragen aan de groepssfeer
  • Ingrijpen en bemiddelen bij conflicten
  • Kunnen improviseren bij onverwachte situaties en aanpak bedenken
  • Actief inspelen op wat het kind aangeeft en daarbij rekening houden met zijn behoeften en mogelijkheden
  • Spelactiviteiten in verschillende situaties toepassen
  • Meerdere activiteiten tegelijk verrichten en overzicht houden
  • Observeren van individuele kinderen, gebruik maken van een observatielijst
  • Aandacht verdelen over kinderen individueel en groepjes kinderen
  • Ontwikkeling volgen en eventuele afwijkingen signaleren
  • Signaleren van taal- en ontwikkelingsachterstand en dit aankaarten
  • Op eigen denken en handelen reflecteren
  • Spelenderwijs stimuleren van de cognitieve, sociaal-emotionele, motorische ontwikkeling
  • Hygiëne in acht nemen, verschonen, ondersteunen bij zindelijkheid
  • Literatuur lezen, informatie en ideeën van collega’s gebruiken
  • Informatie uitwisselen tussen de pedagogisch medewerkers
  • Contact onderhouden met ouders en een vertrouwensband met hen opbouwen
  • Gesprekken voeren met ouders
  • Bijhouden van persoonlijke schriftjes van kinderen
  • Overdracht geven aan de ouders en/of verzorgers
  • Huishoudelijke activiteiten verrichten en materialen beheren
  • Werken volgens de opgesteld beleid, protocollen, werkinstructies en formulieren met betrekking tot veiligheid, hygiëne en pedagogische kwaliteit

Vrijwilligers

Bij ’t Kasteeltje wordt op de kinderopvang niet structureel gewerkt met vrijwilligers. Het kan voor komen dat bij bijzondere activiteiten externe mensen betrokken zijn bij de activiteiten met de kinderen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een uitstapje of voorleesontbijt. In deze gevallen blijven de kinderen onder begeleiding van de vaste leidsters vallen, en is deze ook altijd bij de kinderen aanwezig. Aanwezige vrijwilligers tellen dan ook nooit mee in de beroepskracht-kindratio (aantal leidsters per kind) en hebben buiten het uitvoeren van hun activiteit geen taken en/of verantwoordelijkheden.